Stel je voor dat je naar een feestje moet van een collega. Je kunt het niet maken om de uitnodiging af te slaan. Je zegt tegen jezelf dat je tot uiterlijk tien uur mee doet aan de pret. Geen minuut langer. Natuurlijk gebeurt het tegendeel: om drie uur ’s nachts wervel je rond in de zevende hemel, het leven is een dansfeest.
“De voorstelling die je in je hoofd maakt van een gebeurtenis in de toekomst, komt in 96% van de gevallen, niet uit.” Wie vertelde me ooit over “De wet van Wheeler”? Ik dacht toen nog dat je Wieler schreef, niet Wheeler. Later begreep ik pas dat het een Amerikaanse professor was, die met statistieken en de kwantummechanica, de regelmatigheden rond verwachting en realiteit onderbouwde.
Zijn conclusie komt, simpel geformuleerd, hier op neer: “Je verwacht A en B valt je ten deel.” Zoals die keer dat mijn vader me een paard beloofde toen hij solliciteerde naar een baan, die onbereikbaar leek: “Als ik aangenomen word, krijg jij je rijdier.” We woonden midden in de stad en een paard op het balkon was voor hem geen aanlokkelijk vooruitzicht maar hij achtte de kans op die betrekking zó klein, dat hij me in een vlaag van wanhoop, iets grandioos beloofde. En hier komt de wet van Wheeler om de hoek kijken: Mijn vader kreeg zijn felbegeerde baan, ik kreeg geen paard, ik kreeg een hond uit het asiel, een zwarte bastaard. Een troostprijs, maar wel de liefste van allemaal.
Vanaf die tijd besefte ik dat de show in je hoofd altijd anders uitpakt. Het heeft niks met magie te maken, lees The Worlds of Wheeler *) erop na. Eén van zijn naaste medewerkers vertaalde de wetenschappelijke tabellen voor een groot publiek. Het boekje verscheen in een handzame pocketeditie met strategieën voor alledag. De boodschap luidde: Kijk naar de toekomst vanuit een pessimistisch perspectief. De misère en moeilijkheden die je je eenmaal voor de geest hebt gehaald, zullen nooit meer op die manier tot je komen.
Stel je voor dat je op reis gaat naar Thailand: Je bent een angsthaas en allerhande vakantierampen trekken aan je oog voorbij, de taferelen in je geest nemen angstwekkende proporties aan: het minste is nog wel dat je wordt platgestampt tijdens het olifantenfestival in Surin of dat je neergesabeld wordt door de reusachtige snavel van een neushoornvogel in Kao Yai.
Natuurlijk loopt het anders: Niks olifant, slang of neushoornvogel. Je wordt gebeten door een hond. Het enige fenomeen waar je niet bang voor was, hapt naar je been. Een zwaar antirabiës programma start bij de Thaise buurtdokter en wordt voortgezet in Amsterdam. De wet van Wheeler.
De toepassing van de wet vereist een enorme oefening in verbeeldingskracht. Je moet in staat zijn om je de meest uiteenlopende narigheden voor de geest te halen. Maar ook een gevorderde op dit gebied, met een ontvankelijk associatief talent, zoals ik, die de vreselijkste visioenen op ziet doemen, slaagt er niet altijd in om rampspoed vóór te zijn. De leer is helaas niet waterdicht. Het pionnetje, dat roet in het eten gooit, komt veelal uit onverdachte hoek.
Dr. Vasudev verwoordde het zó in zíjn boek: Wheeler komt vaak in drieën. Om dat te illustreren, blijf ik dichter bij huis:
1) Je denkt gefrustreerd dat de clou van je verhaal nooit meer tot bloei zal komen, dat je relaas als een nachtkaars uit zal gaan
2) Het tegendeel gebeurt: Ineens zie je de ultieme alinea voor je, waardoor het hele verhaal een sublieme pointe krijgt
3) Verdorie, de computer crasht als je…
*) Dr. G. Vasudev, The Worlds of Wheeler, New York, 1998